"Die boom hoeft er niets voor te doen"

Gepubliceerd op 27 februari 2024 om 22:30

Een coachwandeling op een stralende winterdag. We verkennen haar doel voor het coachtraject. Waar wil je heen? Wanneer is de reis geslaagd? Ze kan er maar moeilijk bij. Ze weet vooral waar ze last van heeft. Waar ze vanaf wil. Zich voorstellen wat ze wèl wil, is een stuk lastiger.

Ze heeft enorme behoefte aan rust, ‘dat er niks moet’. Maar is dat niet lui? Ze verlangt ernaar niet meer zo bang te zijn wat anderen van haar vinden. Maar ja, dan wordt ze egoïstisch. Ze wil niet steeds hard haar best hoeven doen in een voor haar te snelle maatschappij. Maar ze moet toch iets bijdragen, zich nuttig maken. En stelt ze zich niet aan, met die ‘zogenaamde’ gevoeligheid?

Hoe meer ze woorden zoekt voor haar verlangen, hoe harder de ‘jamaars’ gaan roepen.

Ze wéét hoe hard en negatief ze voor zichzelf is. In groepstherapie is het jaren geleden al eens gezegd: ‘je hebt een heel sterke veeleisende ouder in je.’ Maar ja, kom er maar eens vanaf… En ook dát veroordeelt ze, dat ze zo streng is voor zichzelf…

Ik vraag haar hoe ze zich zou voelen zonder al die kritische stemmen. Wat zou het betekenen voor haar energie? Voor haar lijf dat altijd onder spanning staat? Maar ze zijn er al zo lang… het voelt alsof zónder die stemmen ‘alles mis zal gaan’… Er komen oude voorbeelden opborrelen, momenten dat ‘gewoon jezelf zijn’ genadeloos werd afgestraft. Voor schut gezet, buitengesloten. Geen wonder dat er beschermers zijn ontstaan, die maken dat ze zich almaar aanpast aan de verwachtingen van anderen.  

Op een brug over het water staan we stil. Ik vraag haar om zich heen te kijken. Als je je iemand voorstelt die helemaal ontspannen zichzelf is, in harmonie met wat ze kan, wat ze wil, wat bij haar past… zie je iets wat daar symbool voor staat?

Ze wijst naar een boom. ‘Ik weet het niet, maar ik vind die boom daar zo mooi, de hele tijd al.’ Ik vraag haar te beschrijven wat ze ziet, en wat ze in het beeld waardeert. ‘Ik vind de kale takken zo mooi. Ik weet dat ze sterk zijn, maar tegelijk is de vorm van het geheel zacht en rond. Hij is groot, staat heel stevig geworteld. En hij hoeft niet steeds iets anders te zijn, of iets te doen, of ergens heen. Hij staat er gewoon. En hij hoort daar, hij past heel mooi op die eigen plek, bij die boerderij.’

Ik vraag: zegt die boom jou iets over wat jij graag wil? ‘Ja, ik wil ook wel zo stevig staan. Op een plek die klopt, die past bij mij.’

Ik nodig haar uit naar de boom toe te lopen. Zich voor te stellen dat zij dat is of wordt, dat beeld dat ze net heeft omschreven. Ik geef haar de ruimte, ze loopt alleen over het lange pad naar de boerderij. Ze staat er een tijd stil, haar hand op de boomstam, haar blik omhoog gericht naar de kruin.

Als ze terugloopt, heeft ze een brede glimlach op haar gezicht.

‘Zo grappig. Er kropen allemaal vrolijk oranje beestjes over de boom. Die hadden het fijn daar op de warme schors in de zon. Die boom hoeft niets te doen voor dat gezelschap. En ik dacht: als ik maar gewoon mezelf ben, zullen er ook mensen zijn die het juíst fijn vinden bij mij, zonder dat ik daar iets speciaals voor hoef te doen.’  

Wat geniet ik er steeds weer van om verrast te worden door wat de ander ervaart en ziet! We wandelen verder. Ik vraag haar of ze mensen kent, bij wie ze niet steeds voelt dat ze haar best moet doen, zich aan moet passen. Die gewoon graag bij haar zijn. Gelukkig wel. ‘En dan ben ik zelf ook veel leuker, voel ik me fijner en gaat het contact makkelijk. Omdat ik ze niet als mogelijke vijanden zie.’

Au. Wat zit er pijn in die woorden. Maar ook hoop. Ze is onderweg – en ze weet waar ze heen wil. Het beeld van een ‘ontspannen sterke boom op haar eigen plek in de zon’ voelt al meer binnen bereik -  èn minder eenzaam! - dan ze eerst dacht.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.